Female Trouble Productions
8. aug, 2014
Ik doe altijd inspiratie op in de plaatsen die ik bezoek. Het beste middel is het observeren van mensen. Waar gaan ze naar toe? Wat gaan ze doen? Een toevallige opmerking die je hoort. Dan probeer ik voor mijzelf het gesprek af te maken. Hugo Claus schreef een prachtig gedicht over Oostende en zijn sleutelroman 'De Verwondering' speelt zich daar af. Bij zijn overlijden luidde zijn laatste wens ' uitgestrooid te worden voor de kust van Oostende.' Nu ik er zelf geweest ben snap ik waarom.
Hugo Claus - Oostende
Daar is mijn bestaan begonnen te vergaan
Negentien was ik, ik sliep
In het Hotel de Londres op het hoogste verdiep
De mailboot voer onder mijn raam
Elke nacht leverde de stad zich over aan de golven
Negentien was ik, ik speelde kaart
Met de vissers van de IJslandvaart
Zij kwamen uit de Grote Koude
Hun oren en wimpers vol zout, en
beten in hompen rauw varkensvlees
Ach, het geklik van de dobbelstenen
In die tijd van vogelpik en pietjesbak
Won ik altijd
Daarna bij dageraad langs de kathedraal
De stenen spinsel van vrees
Langs de verlaten dijk, het Kursaal
De nachtcafés
Met de hologige croupiers
De bankroete bankiers
Engelse meisjes met tbc
En vanuit de turkooizen zee
Het wreed gekrijs van de meeuwen
'Kom binnen, meneire de wind'
Schreeuwt een uitgelaten kind
En over Oostende waait een wolk van zand
Vanuit de onzichtbare overkant
Het heiige Engeland
En de Sahara
Langs de gevels van apothekers die in die tijd
Condomen fluisterend verkochten
Langs de pier en de golfbrekers
De vismijn met haar zeegedrochten
De paardenbaan waar ik op een zondag
Niet meer won
Zondagen die kwamen en gingen
Nachten in het Hotel van de Thermen
Waar ik schrok van haar kermen
Zuchten, zingen
Haar geluid teistert nog altijd mijn herinneringen
Andere eilanden, zeeën, woestijnen
Heb ik gekend
Istanboel dat luchtkasteel
Chieng-Mai met zijn landmijnen
Zanzibar in de hitte van kaneel
De trage trage Taag
Zij verdwijnen gestaag
Scherper in het licht van het Noorden
Zie ik het kinderlijk gezicht
Van de Meester van Oostende verdoken in zijn baard
Hij was van kraakbeen
Toen van was
Nu in brons
Het brons waarin hij
Glimlacht om zijn morsdode jeugd